Yorick.reismee.nl

Gambia (1)

De 100 nm van Senegal naar Gambia waren snel voorbij door een bakstag wind waardoor we vrijdag ochtend vroeg voor anker konden bij Banjul. Dit is de havenstad van Gambia waar we langs de mannen van de immigratie, douane en haven moeten. Van deze heren hadden we al wat verhalen gehoord dus de ‘cadeaus’ lagen klaar en de verhalen afgestemd. Geld vormt de eerste uitdaging, verkrijgbaar met VISA, alleen de bank tegenover de Amerikaanse ambassade in Serrekunda accepteert andere creditcards… Nadat we met de VISA kaarten een ATM gevonden hadden die werkt op naar de heren van de immigratie, uiterst vriendelijk en in goed Engels al binnen een uur daar weg. De nieuweling op kantoor kwam met mij mee om de drie boten te inspecteren. Die jongen kon alleen niet zwemmen en had nog nooit in een rubberboot gezeten. Nadat we bij de loods een reddingsvest hadden geregeld, volgas naar de boten, hij met angst in de ogen en ik met een grote grijns. Bij de Mathiba ging de beste man bijna achterover het water in en hoefde vervolgens de andere boten niet meer te zien… Wel saai, had van die mooie verhalen gehoord over corrupte ambtenaren! De bemanningen van de andere schepen zat inmiddels bij de douane en werd in beweging gehouden door van het kastje naar de muur gestuurd te worden. Drie uur later stonden ze eindelijk klaar om opgepikt te worden met een douanier wiens ‘beurt’ het was voor inspectie… Dat betekend cadeaus halen. Natuurlijk de man af proberen te schrikken door met 7 man in een rubberboot te gaan. De douanier keek wat benauwd maar besloot dat de cadeaus toch belangrijker waren. Nadat de Mathiba wat cadeaus had gegeven en dit doorgegeven had met de marifoon was de Pooh aan de beurt. Wij meteen de camera opgesteld in een hoek en de beste man laten ‘inspecteren’. Fantastisch hoe deze man in de camera zegt ‘where are my presents’ en ‘if you want to I will inspect, if you don’t want to I will not inspect’. Bijna de hele dag hebben we besteed aan het inklaren en hebben we de havenautoriteit maar even laten zitten.

De eerste bestemming is Lamin Lodge in de buurt van Serrekunda. Dit is een heel mooi gebied waar je ankert tussen de mangrove. De kaart is van 1964 dus het was wel even zoeken naar het diepe vaarwater. De Lodge was ooit de plek in Gambia voor zeilers, helaas is deze gedeeltelijk afgebrand en gesloten door een belastingschuld. Toch liggen er nog zo’n 20 boten, de meeste zeezwervers die er al tijden liggen. Samuel de boatboy heeft ons een dag begeleid naar de stad, in een busje waar je in Nederland met 9 man in gaat. Hier zaten we er met 16 man in het busje dat een pendeldienst onderhoud en waar je op ieder punt kunt in- en uitstappen. De weg is gelukkig geasfalteerd (sinds een paar jaar, door Ballat Nedam) en dus gaat het allemaal redelijk vlot. De sfeer in Gambia is een stuk ontspannender dan in Senegal waar iedereen iets van je moet hebben. Nadat we internetkaarten hebben gekocht, die redelijk blijken te werken, nog wat brood gehaald en terug naar de boot. Deze bus deed er iets langer over, iemand wilde halverwege nog wat wortelen hebben… Dan stopt dat busje en wordt er zo 10 minuten onderhandeld voor de wortelen worden gekocht en we verder gaan. Vervolgens nog een half uur lopen naar de boot in de zinderende hitte. Na een lauwe duik in de mangrove en een paar liter water gedronken te hebben weer een beetje bijgekomen.’S Avonds met Samuel naar een lokale kroeg gegaan. Dit betekend eerst een half uur lopen door donker Afrika, moeras, mangrove en dus VEEL muggen en andere beestjes. De kroeg leek meer een woonkamer maar was gezellig. Na Samuel betaald te hebben en afspraken gemaakt te hebben voor bevoorrading voor de oversteek naar de Kaap Verden over twee weken.

De volgende dag zijn we vertrokken naar Bintang Creek, 6 uur varen de Gambia op. Dit is een brede en diepe kreek waar het plaatsje Bintang blijkt te zijn. De kaarten van dit gedeelte komen van rond 1900 en klopt helemaal niks van. We varen grote delen over land en komen op goed geluk bij het dorp. Daar blijkt ook een lodge (hotelletje) te zijn en krijgen we een rondleiding door het dorp. De beste man zou ons de krokodillen vijver laten zien. De beste man loodst ons eerst door het halve moeras om vervolgens met zijn drieën tot de knieën een poel te staan, de krokodillen vijver… Geen krokodil te zien! Daarna op weg naar de apen, we zien veel couscous, verse pinda’s, paradijsvogels en rijst maar geen apen. De beste man toch maar eens uitgelegd dat dit wel een heel slechte tour was en terug gegaan naar het dorp. Daar wist hij wel koud bier te vinden wat een hoop goed maakte.

Maandag 5 november zijn Hennie en ik vroeg op expeditie gegaan in de mangrove en het moeras achter het dorp. Met de rubberboot door het moeras scheuren tot we niet verder konden. We hadden wel bedacht de volgende keer onze jalaba’s aan te doen en een manchete mee te nemen, gewoon voor het sfeertje. Daarna brood gehaald in het dorp en weer richting de rivier gevaren. Dankzij het rustige weer hebben we beide genakers kunnen zetten, op de bazaan en op de hoofdmast. Met weinig wind maar ruim 200 vierkante meter zeil hebben we aardig kunnen opschieten en liggen we voor anker in het midden van de Gambia. Daar nog even alleen met de rubberboot de mangrove ingegaan,voor de zekerheid VHF radio mee en te kijken of er n nog wat te beleven viel. Veel mangrove, vogels en modderpoelen maar verder niks te zien. Donker is hier ook echt zwart donker en ik was maar net op tijd terug op de rivier om de boten terug te vinden.

De dagen erna hebben we achtereenvolgens geankerd bij Bai Creek, Kau-ur en Kantaur. De rivier wordt langzamerhand steeds smaller en we moeten nu opletten met navigeren om niet op een vissende kano of op een ondiepte te lopen. Bij Bai Creek hebben we de deelnemers van de ZAT meegenomen op safari in de eigen rubberboten. Dit betekend gewoon het eerste het beste gat in de mangrove invaren en het beste ervan hopen. De oerwoud geluiden, de ondoordringbare mangrove en de uitgestrekte modderige moerassen zijn leuk om mee te maken. Na Bai Creek hebben we een korte stop gemaakt in Bombale waar Hennie 8 jaar geleden al een keer is geweest. Dit is een klein Afrikaans dorpje aan de zijarm van de rivier met uiterst gastvrije mensen. Ruim 50 kinderen liepen met ons mee naar het dorp waar de dorpsoudste en de andere belangrijke mensen van het dorp worden voorgesteld. De paar cadeaus (petten/ballonnen/kleding werden door de chef verdeeld om een lynchpartij van de tupaps door de kinderen te voorkomen. Vervolgens zijn we de laatste 20 nm verder gegaan naar Kau-ur. Onderweg ben ik nog vis gaan kopen bij een visser in een kano (die bijna omging omdat ik wat ruw langszij kwam). Na wat onderhandelen en het ophalen van een stukje net kon ik drie vissen krijgen voor 100 Dalasis €2,20. De dorade en twee andere witvissen op het achterdek schoongemaakt en ’s avonds lekker in de oven gegrild. Bij Kantaur staat een verlaten fabriek voor het verwerken van pinda’s, deze stamt nog uit de tijd van de Engelse koloniale overheersing en staat vol met verroeste machines, lopende banden en generatoren. De paklijsten voor de schepen, luchtfilters voor motoren en andere onderdelen liggen gewoon in de kantoren. De fabriek zou zo weer opgestart kunnen worden maar daar lijkt niet veel animo voor bij de bevolking.

Het laatste deel naar Georgetown leidt door het NP van Gambia. Hier zijn we rustig doorheen gevaren om de apen, nijlpaarden en vogels te spotten. Het is hier inmiddels ook ernstig ondiep dus het langzame varen had als voordeel dat we niet al te vast zaten als we weer aan de grond liepen. Even wat gas erop en we kunnen weer verder. In Georgetown aangekomen blijkt 800 m voor de ankerplek een nieuwe hoogspanningslijn op lage paaltjes te zijn aangebracht. Daar passen we dus niet onderdoor…. Dan maar de laatste halve mijl met de rubberboot naar DjanDjanBura Camp, wat vol Nederlanders blijkt te zitten. Dit weekend gaan we Georgetown en omgeving verkennen om vervolgens weer af te zakken naar Serrekunda voor de laatste bevoorradingen. Daar krijgen we de eerste betalende passagier aan boord om te vertrekken naar Sal op de de Kaap Verdische eilanden.

Reacties

Reacties

Karin

Hee Yorick,

Wat heb je weer een geweldig reisverslag geschreven! Bijzondere en avontuurlijke tocht zijn jullie aan het maken. Heerlijk om zo op de hoogte te blijven. Geniet er maar van, wij genieten op deze manier graag mee. Benieuwd naar de foto's!

Groetjes, Karin.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!